Contactadres

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Neerlandia volgen

Volg Neerlandia op Facebook Volg Neerlandia op LinkedIn

bestuur

Sinds de zomer van 2021 is de toeristische en vrijetijdssector verrijkt met een nieuwe activiteit gewijd aan historische, erfgoed en culturele rondleidingen in Toulouse.

Visiterama biedt een originele en atypische rondleiding aan in een 100% elektrische, geluidloze en comfortabele Tuk Tuk.
De Tuk Tuk sluipt geruisloos door de grote en kleine straatjes om alle charme van de roze stad te onthullen.

Met een capaciteit van 6 passagiers is de Tuk Tuk het ideale voertuig voor een bezoek met vrienden, familie of collega's.
De duur van de rondleidingen zijn variabel: 1 uur, 1h30 en 2 uur.
De prijzen variëren afhankelijk van de duur van de rondleiding en het aantal passagiers.

De Tuk Tuk is uitgerust met een meertalige audiogids (Nederlands, Frans, Engels, Duits en Spaans) en de vriendelijke, lachende chauffeur-gids
staat tot uw beschikking zodat uw bezoek een unieke ervaring zal zijn.


 Tuktuk Neerlandia2

Waar is het grootste Centre Commercial in/rond Toulouse?

Inderdaad, dat is de binnenstad van Toulouse met zijn honderden winkels en winkeltjes in de Middeleeuwse of 19-e eeuwse straten. In 2017 heeft de Kamer van Koophandel hierover een analyse gepubliceerd, waarvan hier een artikel in het frans. Waarom zou u gaan naar zo'n vreselijke puist in het landschap van de periferie, als u uw boodschappen ook aangenamer kunt doen? Hierbij wat suggesties, die uiteraard zéér persoonlijk zijn.

In de rue Alsace Lorraine vindt u net zo goed al die grote merken-winkels als Zara, Celio, Devred, H & M. Het is een voetgangers- en fietsstraat. In tegenstelling tot wat de winkeliers vreesden, heeft dit deze straat aangenamer gemaakt en daardoor is het er altijd levendig en soms zelfs druk.

De rue Saint Rome is de Kalverstraat van Toulouse met aan het ene uiteinde de HEMA als topper voor de Nederlanders. Aan de andere kant op de hoek van het "Place du Cap" zoals de echte Toulousains zeggen, is het kledingwarenhuis opgericht door Clemens en Alfred Brenninkmeijer, twee textielteuten, die in 1841 een confectiewinkel in Sneek begonnen en waarvan het achter-, achterkleinkind dus nu in de vorm van "Cé et Aa" in Toulouse staat. Het is de straat waar veel jongeren en families winkelen. Tijdens de uitverkoop (Soldes) is het er zwart van de mensen in deze populaire straat. Andere voorbeelden van winkels:  Pylone met zijn kleurige plastic, Celio, gadgets en bibelots van Chaise Longue, Stradivarius of Foot Locker voor sporters en pubers. De HEMA is overigens niet zo groot als die in Nederland, maar u kunt via de website wat u wilt bestellen en het daar gratis ophalen of vanaf een bepaald bedrag wordt het gratis thuisbezorgd.

Darty, Midica en telefoonwinkels vindt u op Place d'Esquirol.Voor de geïnteresseerden: hier stond ver voorheen een grote Romeinse tempel. Esquirol was overigens een psychiater (eind 18-, begin 19e eeuw) die als de grondlegger van de organisatie van de franse psychiatrie gezien wordt. Hij was eveneens een capitoul (stadsbestuurder) van Toulouse. Midica is "Ikea" op z'n Toulousaans, schreef een Toulousaine, een verplichting voor iedere aspirant-bewoner van Toulouse om hier naartoe te gaan als zij hun huis inrichten. Midica is echter een veel luxere en mooiere versie van Ikea met kwaliteitsspullen en helaas moet je hiervoor ook betalen... Maar het is er prettig toeven...

Oh meisjens, jongens, als echte Nederlander krijgt u nu toch echt zin in een kopje koffie of thee:

Les délices de Tunis in de rue des tourneurs dan maar: een aardige meneer serveert u een potje muntthee en u heeft keus uit een paar honderd mierzoete Tunesische lekkernijen. Deze ligt net links van Midica. Loopt u er in elk geval even langs, een bezienswaardigheid en zet uw goede voornemens voor uw lijn van deze zomer even opzij om ze te proeven.

Iets verderop als u doorloopt, vindt de gespecialiseerde koffieleut bij Saveurs (place Rouaix) een ècht lekker kopje, vers gemalen en vers gebrand: ja ook de torréfaction (koffiebonen branden) doen ze, voor uw neus. Weer een streling voor de smaakpapillen. Thee en chocola zijn er ook te verkrijgen. Weer iets verderop kunt u trouwens de lekkerste patisserieën van Toulouse kopen, hetzij bij "Au poussin bleu" (45, rue du Languedoc) of bij Maison Pillon (23, rue du Languedoc). Deze twee bekende patisserieën vindt u ook elders in de stad. En... is het u al opgevallen dat er allerlei chocoladebonbon-fabrikanten zijn? Voor chocoholics is er genoeg keus. Iets verderop dan het centrum van Toulouse, maar zéér hoog aangeslagen in het tijdschrift l'Express zijn er trouwens de volgende adressen:

Pâtisserie Gaillardo
7 av. Pierre d’Aragon
31600 Muret

Chocolaterie Gaillardo
7 bis rue Jean Jaurès
31600 Muret

Pâtisserie Gaillardo
26 av. de Toulouse
31270 Cugnaux

patissier, chocolatier Messerer

36, rue Dessoles, Auch (Gers), 05 62 05 26 93.
Spécialité : le Prince de Gascogne.


L'artisan-chocolatier

4, rue du Dr-Camboulives, Albi (Tarn), 05 63 54 18 46.

Per slot van rekening is dit misschien dichter bij u in de buurt. Maar we gaan door met Toulouse:

In de buurt van de Jacobins en de bourse (de straatjes achter het Hôtel d'Assézat, een van de mooiste museale collecties in Toulouse) vindt u een heleboel winkeltjes waar het prettig toeven is voor hipsters en bij-de-tijdse mensen: leuke T-shirts, tweedehandse of milieuvriendelijke kleren en voorwerpen, fietsenwinkels en kunstige winkeltjes.

Houdt u van klasse en standing (Bon Chic, Bon Genre: BCBG) dan moet u naar Croix Baragnon. Helemaal happy met een Hermès-shawl, even een mooi zakmes kopen voor uzelf of uw nichtje (maar niet in uw broekzak of handtas laten zitten als u het vliegtuig neemt) of een hele messenset bij Boutique Laguiole (NB er is ook een winkel in Rodez) of kickt u op Louis Vuitton. Om uw kooplustig gemoed te stichten kunt u binnenlopen in de Saint Etienne of even het museum van de Augustijners bekijken.

Op het gemoedelijke plein Place Saint Georges kunt u een kopje koffie drinken, bijvoorbeeld bij le Wallace, of een ijsje om net niet een moord voor te doen, maar ik heb daar altijd even een gedachte voor de arme Jean Calas, een protestant die ten onrechte beschuldigd werd van de moord op zijn zoon en op bloedige wijze gefolterd en terechtgesteld werd op dit plein tijdens de woelige tijden der godsdienstoorlogen tussen katholieken en protestanten (Hugenoten), die zeker hier in het zuiden een voedingsbodem hadden vanwege de vroegere Albigenzische beweging (Katharen in de wandelgangen genoemd). 

We schrijven 13 oktober 1761 in het Zuid-Franse Toulouse. In het huis van het protestante gezin Calas wordt één van de 4 zoons, Marc Antoine, door zijn familie dood aangetroffen. De dertigjarige zoon is door wurging vermoord, zegt de familie Calas. Later komen de gezinsleden op deze eerste lezing terug. Marc Antoine heeft zich opgehangen maar om de overledene de schande van de zelfmoord te besparen, besloten de gezinsleden over de doodsoorzaak te liegen. De onderzoeker, de officier David de Beaudrigue, gelooft dit niet. Volgens de geruchten zou Marc Antoine op het punt hebben gestaan zich tot het katholicisme te bekeren. Zijn vader Jean zou hem daarom hebben opgehangen. Jean Calas wordt langdurig gemarteld, bekent maar trekt vervolgens zijn bekentenis in. Hij wordt toch tot de dood veroordeeld en op 10 maart 1762 geëxecuteerd. Eerst worden zijn benen en armen gebroken, vervolgens wordt hij gewurgd en dan verbrand. Tot zijn laatste snik heeft Jean Calas zijn onschuld uit zijn longen geschreeuwd. Op deze zaak geattendeerd door een straatverkoper uit Marseille, gaat de Franse filosoof Voltaire zijn eigen onderzoek starten. Snel is hij overtuigd van de onschuld van de vader. Voltaires rechtvaardigheidsgevoel wordt zwaar op de proef gesteld. De filosoof kan er niet meer van slapen en raakt door de zaak geobsedeerd. Hij begint een voor die tijd ongekend publiciteitsoffensief om Jean Calas te rehabiliteren. Niet alleen schrijft hij vurige teksten maar ook begint hij een formidabele lobby om ministers en machtigen te beïnvloeden. Hij mobiliseert het netwerk van zijn vrienden, organiseert steuncomités, werft binnen- en buitenlandse fondsen voor de familie Calas, laat prenten over Jean Calas drukken en gebruikt de vrouw van de terechtgestelde als ambassadrice voor zijn cause. Alle middelen acht Voltaire geoorloofd om het onderzoek te heropenen. In 1764 is dat een feit. Een jaar later wordt Jean Calas door een raad van 80 rechters gerehabiliteerd. Het is de eerste keer in de geschiedenis van het koninkrijk dat een bekende persoon zich zo engageert in een justitiële zaak. (met dank aan S. Ephimenco in Trouw).

 

 

 

 

Le Fanfaron

Is niet alleen een Italiaanse film uit 1962 waarin o.a. Jean Louis Trintignant speelt, u kunt ook dineren in een restaurant met de gelijknamige naam. Gijs Huybrechts runt dit restaurant en wij houden jaarlijks onze nieuwjaarsborrel met hap in dit restaurant. Ook heeft Gijs vele malen gecaterd op de koninginne- en koningsdagrecepties.

Restaurant-Traiteur-Pizzeria
24 rue St-Honest
31000 Toulouse

Alle dagen geopend tussen de middag en 's avonds behalve op zaterdag en zondag tussen de middag

telefoon: 05 61 63 71 68

email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Wat Sjaak maakt

Een rechtgeaarde Nederlander koopt, zodra hij in Nederland aangekomen is, bij de eerste, de beste drogist een pond drop....

En dan snelt hij chez « Wat Sjaak maakt, dat smaakt » om een patatje 'oorlog' (met mayo, ketchup en pindasaus) en een Broodje Berenl.. te bestellen, want frikadellen zijn hier niet te verkrijgen.

Of toch wel? Ja, inderdaad, in Toulouse wordt dit soort rommel tegenwoordig ook verkocht, dus wie heimwee heeft, kan even langs bij « la nouvelle Belgique » tegenover de CAF achter hotel Kyriad.

21, rue du pont Guilheméry, 31.000 Tlse (métro François Verdier)

Geef mij maar een lekkere cassoulet Toulousain. Eet smakelijk.

La mesa de Lola

Spaanse gerechten in overvloedige hoeveelheden voor een zeer redelijke prijs! Nederlandse Nicole en haar man runnen dit gezellige restaurantje dat niet ver van de mediathèque en het station ligt. De stemming wordt er na de maaltijd nog eens extra ingebracht: de muziek gaat harder, hoeden op en feesten maar! Ook hier wordt ieder jaar in april een gezellig koningsetentje georganiseerd door Neerlandia. www.lamesadelola.com

23 Rue du général Jean Compans, 31500 Toulouse
05 61 26 03 04

Ô Bali

Heeft u af en toe ook zo'n zin in een nasi goreng of een gado-gado? Goed nieuws! Er is een Indonesisch restaurant in Toulouse in de wijk tussen het station en Jeanne d'Arc.

http://restaurant-indonesien-o-bali.fr/

31, rue Denfert Rochereau, 31000 Toulouse
05 34 43 51 34

Killarney Pub

Neerlandia organiseert iedere eerste dinsdag van de maand haar maandelijkse borrel alhier. Roger Rooney schenkt al jaren met toewijding een flinke Ierse pint voor wie dat wil. Op steenworp afstand gelegen van het consulaat of wat hiervan over is nu er geen paspoorten meer worden uitgegeven.

http://killarney.over-blog.com/

14, rue Alfred Duméril, 31000 Toulouse 05.62.26.52.04 of 06.60.36.64.54

 

Lucht- en ruimtevaart rond Toulouse

Toulouse is de hoofdstad van de lucht- en ruimtevaart in Frankrijk. Het aantal ingenieurs dat hier rondloopt, is enorm vooral in bepaalde voorsteden. De voornaamste industrieën die hier gevestigd zijn, zijn Airbus (hoofdkwartier te Blagnac) en de Airbus France fabrieken, verspreid rond de luchthaven. Daar zijn onder andere de vliegtuigassemblagelijnen te vinden. Op satelliet gebied zijn er Astrium (ex-Matra) en Thales en de CNES (Centre National des Etudes Spatiales). Deze laatste gaat hier door als de Franse tegenhanger van de NASA. Het op luchtvaartgebied gelijkende TNO is de CEAT te Balma. Daar worden zelfs gehele vliegtuigen op sterkte worden getest. Ook bevinden zich in Toulouse gerenommeerde ingenieursscholen, die studenten klaarstomen voor de industriële of overheidsprojecten op het gebied van lucht- en ruimtevaart.

Hoog Sammy, kijk omhoog Sammy

Vergeet u niet af en toe in de lucht te kijken: af en toe komt de A380 of de Beluga overvliegen. De A380 is de dubbeldekker onder de passagiersvliegtuigen. Door zijn ongewoon grote afmetingen lijkt het alsof er een gewoon vliegtuig onhoorbaar vlak boven de stad vliegt, maar dit is een zinsbegoocheling. De Beluga wordt gebruikt om bij voorbeeld onderdelen van de Ariane-raket of satellieten te vervoeren. Hij ziet eruit en is vernoemd naar een vriendelijke uitziende witte walvissoort (delphinapterus leucas).

Op het gebied van lucht- en ruimtevaarttourisme (ter aarde) biedt Toulouse het volgende aan:

La cité de l'espace : een zeer uitgebreid themapark (U bent er makkelijk een dag zoet mee). Al vanaf de rocade ontwaart u een kopie op ware grootte van de Ariane 5-raket. De ware Ariane 5-raketten worden in Frans Guyana (dit ligt tussen Suriname en Brazilië) gelanceerd. Ook is er het ruimtestation MIR dat destijds op aarde werd gebruikt voor simulaties in de ruimte. Er zijn ook een planetarium, tijdelijke tentoonstellingen en een "terradome", een bol van 25 vierkante meter waarin u met audiovisuele middelen als een astronaut om de wereld kunt reizen, waarbij het lijkt alsof u dit werkelijk meemaakt. De drie-dimensionale filmvoorstelling van de IMAX is een van de hoogtepunten van de cité. Er zijn veel interactieve onderdelen en leuke en interessante attracties. Spelen en leren gaan hier hand in hand. Rocade: sortie .

www.cite-espace.com

[Terug omhoog]

Taxiway

Ook hier wordt gebruik gemaakt van audiovisuele middelen. Ditmaal kunt u meeleven in de spanning met ingenieurs van het controlecentrum tijdens de eerste proefvlucht van de A380, die op 27 april 2005 plaatsvond. Daarna is er een busbezoek met een gids aan de samenbouwlijn van de Airbus A380 of van de succesvolle Airbus A330 en A340. De terreinen zijn enorm (50 hectare). Ook kunt u een kijkje nemen bij "La Dépêche du Midi", het regionale dagblad. 10, avenue Guynemer, Colomiers, tel : 05 34 39 42 00 (reserveer ruim van te voren!!) www.taxiway.fr

Hoe Adrian Bridge dit beleefd heeft kunt u lezen in the Daily Telegraph. Dit artikel heeft de Courrier International in een speciaal thema over Toulouse (No 915: 15-21 mai 2008) overgenomen.

www.telegraph.co.uk/travel/europe/france/738646/Toulouse-building-the-A380.html

[Terug omhoog]

Ailes Anciennes Toulouse:

Hier kunt u een uitgebreide openlucht collectie van oldtimer militaire en civiele vliegtuigen bezoeken met onder andere de Superguppy (de voorganger van de Beluga bij Airbus). Alleen te bezoeken op zaterdagmorgen en uitsluitend met een rondleiding. Het is geen commercieel museum, maar een initiatief van gedreven hobbyisten. www.aatlse.org ook in Colomiers niet ver van Taxiway.

Enkele adressen :

www.enac.fr Ecole nationale de l'Aviation Civile

www.airbus.com Airbus

www.cnes.fr CNES

www.supaero.fr Ecole Nationale Supérieure de l'Aéronautique et de l'Espace

www.ensica.fr Ecole Nationale Supérieure d'Ingénieurs en Constructions Aéronautiques

www.spotimage.fr Spotimage

[Terug omhoog]

 

 

La carte Toulouse Cultures

Deze kaart is geldig van 1 september t/m 31 augustus van het jaar daarop. U krijgt reductie voor allerlei (socio)culturele activiteiten.

De kaart is door iedereen aan te schaffen en kost in verhouding zo weinig dat één of twee gangen naar een concert of toneelstuk voldoende is om de kosten eruit te halen!

Voor volwassenen van 25-65 jaar: 7 €

Voor personen onder de 25: 5€

Voor 65-plussers: gratis

U hoeft alleen maar een identiteitskaart/pas laten zien om deze te verkrijgen bij bij voorbeeld bepaalde theaters als Capitole, Jules Julien, Halle aux Grains, Espace Croix Baragnon en diverse centre culturels of d'animation.

U krijgt allerlei reductie bij culturele evenementen en zaken ter lering ende vermaek:

* concerten 

* toneel

* festivals

* gemeentemusea

* lidmaatschap van de gemeentebibliotheek

* cinéma ABC of de cinémathèque.

* conférences du temps libre (université Toulouse Mirail)

Kijk vooral even naar de info op de website van de gemeente hierover

 

MS (2015)

[Terug omhoog]

 la carte musée libre

In het weekend zijn de permanente collecties van 5 gemeentemusea en enkele openbare historische gebouwen gratis voor de Toulousains.Je kunt je cartes multiservices hiervoor gebruiken (maar dan moet je ze eerst laten updaten door de gemeente): Montoulouse, Seniors Tisséo et Pastel Tisséo.

Maar... je kunt ook even op de fiets stappen en naar het capitole gaan (niet in het weekend!) en je identiteitskaart, een pasfoto en een plaats van bewijs inwoning (rekening EDF bijvoorbeeld) meenemen. Dan maken ze ter plekke een kartonnen exemplaar.

Het handigste is om nog even naar de site van de mairie te surfen voor meer informatie.

> Musée des Augustins
> Musée Saint-Raymond
> Musée George Labit
> Musée Paul Dupuy
> Muséum de Toulouse

> Couvent des Jacobins
> Amphithéâtre romain Toulouse-Purpan
> Crypte archéologique de Saint-Pierre-des-Cuisines

MS (2015)

eerste zondag v/d maand gratis

Allerlei musea kunt u gratis bezoeken op de eerste zondag van de maand: het is wel altijd verstandig even van tevoren te checken op de site van het museum of dit nog geldig is.

In Toulouse :
• le Musée des Augustins,musée des Beaux-Arts de Toulouse, Musée Paul-Dupuy, Musée Georges Labit, Musée Saint-Raymond, musée des Antiques de Toulouse, Muséum de Toulouse, l'espace d'art moderne et contemporain les Abattoirs


en ook:
• l'ensemble conventuel des Jacobins.
In Toulouse is het dan tegelijkertijd la "journée sans voiture" in het historische hart van Toulouse!

Tijdelijke eposities zijn niet gratis.

In Rodez :
• le Musée Denys-Puech
• le Musée Fenaille

In de Gers :
• l'Abbaye de Flaran à Valence-sur-Baïse
• le Musée de l'Armagnac à Condom
• le Musée archéologique / Le trésor à Eauze
• le Musée archéologique Eugène-Camoreyt à Lectoure
et 1er samedi du mois, au Musée des Beaux-Arts de Mirande

 

In  Auch : musée des Jacobins

 MS (2015)

chèque cultures jeunes

Met dit chequeboek kunnen jongeren (17-26 jaar) geweldige kortingen krijgen

 

Gidsen

Allereerst is er een Nederlandse gids om u "live" rond te leiden in de stad. Meer informatie daarover vindt u elders op onze site.

Om op de hoogte te zijn van musea, uitjes naar de bioscoop, concerten, theater, restaurants in/rond Toulouse zijn er sites als:

Om de twee maanden komt gratis Ramdam uit: dit is een overzicht van culturele evenementen in de regio Midi Pyrénées, tevens ook via internet te bekijken;)

Er worden héél veel festivals georganiseerd op allerlei gebied (film, theater, muziek, voor kinderen, met landenthema, etc.), niet alleen in de zomermaanden. Voor een onverzicht is het beste een gratis gids: guide des festivals en Midi Pyrénées, die jaarlijks ook op papier wordt uitgegeven.

Maandelijks geeft de gemeente van Toulouse gratis het blad Toulouse Cultures uit met culturele evenementen in en rond Toulouse van die maand: tentoonstellingen in musea, concerten, dans- en theatervoorstellingen, filmfestivals, rondleidingen, kindervoorstellingen.Het is verkrijgbaar bij de mairie (en de mairie-annexes), in bibliotheken, musea, theaters, en andere culturele centra.

Ga voor actuele informatie ook naar de website van de mairie: www.mairie-toulouse.fr

 

[Terug omhoog]

Enkele musea

Voor alle actualiteiten in Midi Pyrénées voor de musea is er deze site. Daar vindt u exposities maar ook informatie over la nuit Européenne des musées (15 en 16 mei in 2015)

Niet missen in Toulouse:La cité de l'espace is een zeer uitgebreid museum (je bent er minstens een halve dag zoet mee). Er is een park, waarin je o.a. het ruimtestation MIR kunt bezoeken en er is een kopie op ware grootte van de Ariane 5 raket. Er zijn ook een planetarium, tijdelijke tentoonstellingen en "terradome", een bol van 25 vierkante meter waarin u d.m.v. audiovisuele middelen als een astronaut om de wereld kunt reizen. Er zijn veel interactieve onderdelen en leuke en interessante attracties. Spelen en leren gaan hier hand in hand.

Het museum van moderne kunsten is gevestigd in de oude vleeshallen: niet mijn favo-museum;) Ik kijk liever kunst in de vele galerieën her en der in de binnenstad verspreid. Maar soms zijn er wel goede exposities en de museumwinkel is wèl de moeite waard met een uitgebreide keur aan kunstboeken. Op de verdieping van de boekhandel Ombres Blanches vindt u eveneens een keur aan kunstboeken. 

De mooiste kunstcollectie vindt u in het Hôtel d'Assezat: Fondation Bemberg: dit is een privécollectie gevestigd in het mooiste hôtel van Toulouse.

Het Natuurhistorisch museum is heropend in 2008. In dit moderne museum wordt de relatie tussen mens, natuur en de omgeving op aantrekkelijke wijze gepresenteerd. Helaas is het licht hier en daar onvoldoende, maar bijv. een collectie skeletten is op zeer levendige wijze "vorm" gegeven. Het is gelegen in het heempark: Jardin des Plantes, een populaire plek, ook voor de jongsten.

Het Château d'eau is een museum gevestigd in de watertoren van Toulouse met wisselende foto-exposities. Het ligt naast de prairie des filtres, nu een stadspark waar het goed toeven is langs de Garonne met uitzicht op het Pont Neuf. Maar oorspronkelijk was dit de plek waar het water gezuiverd werd en de watertoren deed natuurlijk ook zijn werk. De galerie is opgericht door de Toulousaanse tegenhanger (en tijdgenoot en vriend) van Robert Doisneau: Jean Dieuzaide. De fototentoonstellingen zijn van zeer goede kwaliteit.

[Terug omhoog]

Naar de film

Een van de meest opvallende zaken bij het televisie kijken en in de bioscoop is de "doublage": John Wayne spreekt ineens accentloos Frans.

Op t.v. zijn bij Arte en TV5 films meestal wèl ondertiteld.

In de bioscoop is het hetzelfde als in de televisiewereld: in de grote bioscopen zijn de films in het algemeen nagesproken (V.F.: version française) maar tegenwoordig is er iets meer in V.O. te vinden, m.n. als het om engelstalige films gaat. In de filmhuizen zijn de films grotendeels ondertiteld (V.O.: version originale) en zonder eindeloze reclames. In filmhuizen (salles d'Art et Essai) is er dikwijls ook plaats voor kinderfilms, waar de grote bioscopen meestal alleen Disneyknallers aanbieden.

MS (2015)

[Terug omhoog]

Filmhuizen en bioscopen

Even een filmpje pakken in of rond Toulouse: dan is deze site of deze heel handig, ook voor de filmhuizen.

Dit zijn nog even de belangrijkste filmhuizen op een rijtje in de binnenstad met de meeste kans op films in VO:

L'ABC: 13, rue St. Bernard, tel: 05.61.29.81.00 (in de buurt van de St. Sernin, Métro Jeanne d'Arc)

Utopia: 24, rue Montardy, tel: 05.62.23.66.20 (in de buurt van Place Wilson), tevens gevestigd in Tournefeuille

Le Cratère : 95, Grande rue St Michel, tel : 05.62.27.91.10 (de enige iets buiten 't centrum: Métrohalte St. Michel)

La Cinémathèque, 69, rue du Taur, tel : 05.62.30.30.10 (tussen de St. Sernin en Pl du Capitole)

MS (2015)

 

 

[Terug omhoog]

Andere culturele centra

Spaans cultureel centrum

Duits cultureel centrum

MS (2015)

 

[Terug omhoog]

De bibliotheek

Er zijn 19 gemeentebibliotheken in Toulouse, de meeste lenen boeken voor volwassenen uit, met uitzondering van Pont des Demoiselles (bijna uitsluitend kinderbibliotheek).

Als u lid wordt, mag u in iedere gemeentebibliotheek lenen.

Gratis voor kinderen onder de 18, 65- plussers, personen die geen belasting hoeven te betalen (certificat d'exonération de l'impôt sur le revenu meenemen) en met korting met carte Toulouse Cultures (zie hierboven!).

Bibliothèque d'Art : Croix Baragnon

Bibliothèque d'étude et du patrimoine : rue du Périgord (50 computers multimedia = aansluiting op Internet)

Médiathèque José Cabanis

Deze ligt naast het station (Metro Marengo): een zeer prettige bibliotheek, waar het goed toeven is. Er zijn wat werken ook in andere talen te vinden, maar grotendeels in het frans.Er is een grote kranten en tijdschriften afdeling. Laatst ontdekte ik er de groene Amsterdammer!

Tevens is het heerlijk voor de kinderen om te grasduinen in de kinderbieb: licht en ruim. Vergeet niet de luisterboeken voor kinderen: weer een andere manier om de franse taal te beheersen voor de Nederlanders en voor de kinderen een genot om te tekenen of te spelen en tegelijkertijd te luisteren.

Voor melomanen is er een halve etage op muziekgebied en voor dyslectische mensen, blinden, slechtzienden of mensen met een goed oor voor de franse taal is er een redelijk grote collectie luisterboeken. 

Ook zijn er allerlei films te verkrijgen: ook altijd goed voor uw Frans.

MS (2015)

 

[Terug omhoog]

De lokale dag-/week- en maandbladen:

La Dépêche is hèt dagblad, dat elke zichzelf respecterende Toulousain leest. Er staat veel lokaal en nationaal nieuws in, weinig internationaal. Maar La Dépêche is er voor vele departementen, dus voor de Ariège is La Dépeche in krantenvorm weer anders dan in de Lot of de Aveyron.

Voor uitjes overdag en 's avonds zijn er Flash en Toulouse hebdo, weekbladen verkrijgbaar in een krantenzaak. Op internet:

www.flashebdo.com

www.intramuroshebdo.com

www.toulouscope.fr

Ook is er 'Ô Toulouse', een appli voor uw mobiel.

Een site voor ouders van kinderen van 0-12 jaar is Optimôme. Môme is een woord in het argot (franse spreektaal) voor 'kind'. Zo bent u op de hoogte van alle kinderactiviteiten die in Toulouse plaatsvinden. Een papieren magazine is eveneens verkrijgbaar, verspreid in bijv. boekwinkels of bij de mairie.

A Toulouse is een magazine wat de mairie uitgeeft.

Boudu! is een typisch Occitaanse uitdrukking voor Bon Dieu! die je nog maar zelden hoort. Met alle import (zoals wij!) gaat de taal der troubadours steeds meer verloren. Boudu! is een Toulousaans actualiteitenmagazine met een kritische noot.

Clutch is een magazine in pocketvorm voor moderne arty mensen die van beeldende kunst, muziek, theater e.d. houden. In papiervorm vindt u deze gids in theaters, bars, galeries en musea.

Mesdames, Mesdemoiselles: voor u is er de 'Viva' met actualiteiten voor vrouwen in Occitanie: Grizette!

Voor senioren heeft de mairie van Toulouse een handige gids.

Voor mensen met een handicap zijn er de sites van de mairie en van de MdpH om te bekijken. Tevens is aan te raden om contact op te nemen met een association voor de betreffende handicap: het is vaak een doolhof om de juiste hulp te vinden...

Voor studenten is er de gids van de CROUS.

Le Petit Futé is ook een handige gids, om wegwijs in de stad te raken. Deze zijn er ook op papier.

 

[Terug omhoog]

Lokale televisie- en radiouitzendingen

France 3 zendt regionale uitzendingen uit, ook in het occitaans (viure al Païs op zondag)

Occitaans valt ook te horen op : Radio Mon Pais en Radio Occitania  

Verder zijn er bijv. Sud Radio, , Toulouse FM, Altitude 93.5, radio radio, campus FM, radio présence, canal sud 92.2,

[Terug omhoog]

Lokale advertenties

Voor het (ver)kopen van huizen, 2-e handsauto's, meubels, etc. is het handig te kijken op: Le bon coin

Kijk ook eens op de site van Nederlanders.fr

[Terug omhoog]

Viooltjes in Toulouse: la maison de la violette

Halverwege de negentiende eeuw werden er viooltjes gekweekt die op lokale markten in Toulouse verkocht werden. Maar de werkelijke bloeitijd van deze kwekerij was wel aan het begin van de vorige eeuw. In de belle époque rond 1900 en ook in de halve eeuw erna vertrokken Toulousaines naar Parijs om hun boeketjes te verkopen. Deze welriekende bloemetjes werden ook elders in Europa tot aan Rusland toe geëxporteerd! Na de oorlog is er een grote crisis o.a. door zeer strenge winter in '56 en verdwijnt het grootste deel van deze teelt. Maar sinds de jaren '90 is weer leven geblazen in een van de emblemen van Toulouse.

C'est bientôt la dixième Fête de la violette - 30/01/2016 ...

Dat deze bloemetjes het hier naar hun zin hebben is soms duidelijk te zien in het voorjaar! Menig grasveld bevatten toeven met deze paarse en soms witte violettes. (Onze grote violen worden hier trouwens pensées genoemd.)

Op een paarse woonboot (péniche) vlakbij het centraal station (Gare Matabiau) is er la maison de la violette. Daar worden paarse zeepjes verkocht en badzeep, snoepjes, kaarsen, die naar viooltjes smaken of ruiken. Van oktober tot maart échte boeketjes met viooltjes. De violette de Toulouse (een speciaal soort) is een klein dubbelbladig lila bloemetje, dat natuurlijk heel lekker ruikt.

Begin februari is er op het place du Capitole een fête de la violette georganiseerd door de mairie van Toulouse.

[Terug omhoog]

De vervloekte goudschat van het Gallische Toulouse

Legenden, geschiedenis en archeologie

Willy Vanderzeypen ©

Tijdens graafwerken voor het nieuwe kanaal langs de Garonne in 1841 vinden enkele werklieden in het gehucht Les Maouris te Fenouillet zes stijve halssnoeren in goud. Haastig snijden ze de sieraden in stukken en beginnen die onder elkaar te verdelen. Een en ander lekt echter uit want gestolen goed gedijt niet. Guillaume Gaspard Belhomme, een lid van de Société Archéologique, komt het te weten en kan op de valreep nog vijf halssnoeren verwerven. Ter plekke voert hij nog enkele observaties uit. Naast de schat ontdekt hij enkele urnen met beenderresten waaruit hij besluit dat hij naar een antieke grafbijzetting kijkt. Deze uitzonderlijke gouden artefacten kan u bewonderen in de ongehoord rijke collectie van het museum Saint-Raymond te Toulouse.

Dergelijke gouden sieraden dragen Keltische krijgers vanaf de 3de eeuw v.C. tijdens hun gevechten. In vredestijd laten ze die echter bewaren in cultusplaatsen onder de bescherming van hun goden, of de beste veiligheid want daar durft niemand ze roven. Vooraleer ten strijde te trekken halen ze de snoeren op bij de druïden. Na een overwinning offeren ze bijkomend aan dezelfde goden voor de sterkte en moed die ze met het snoer als talisman hadden meegekregen.

De vijf gevonden halssnoeren zijn stijf maar plooibaar, met een opening voorzien van een kliksysteem. De metalen ring bestaat uit ineengevlochten gouddraden. Dergelijke opschik droegen ook vrouwen vanaf 1500 v.C. en werden dikwijls geofferd aan godheden die wat te maken hadden met bronnen, vijvers en rivieren.

Met dit rapport lopen we vooruit op een lijvige universitaire publicatie over de antieke geschiedenis van Toulouse (Tolosa). Het gaat beduidend beter met de archeologie in de hoofdstad aan de Garonne, vooral na de oprichting van het INRAP in 2000. Dat was broodnodig na de archeologische rampen van de vorige eeuw door een overhaastige en ondoordachte urbanisatie en de aanleg van de metro en ondergrondse parkingen.

EEN DUBBELE HEILIGSCHENNIS

De mythe van 'het vervloekte goud van Tolosa' vinden we terug in twee oeroude moraliserende verhalen. In 279 v.C. plunderen de Volca Tectosagen van Zuid-West Frankrijk samen met nog andere stammen het heiligdom van Apollo te Delphi. Deze alliantie is de geschiedenis ingegaan als de Galaten, onder leiding van de Gallische vorst Brennos, die echter te Delphi gewond raakte en nadien zelf zijn leven beëindigde om niet in de handen van de Grieken te vallen. Een gedeelte van de Galaten vestigde zich in Klein-Azië en hun naam verschijnt later in een brief van de apostel Paulus. De Volca Tectosagen nemen de goudschat van Delphi mee naar hun gebied van de Aude en Garonne, en daarmee is de zo verworven schat van Tolosa reeds vervloekt want een tempelschat roven was heiligschennis. Uit angst voor goddelijke woede en wraak offeren de Tectosagen het goud aan hun eigen goden.

De tweede legende speelt zich af in 106 wanneer de Romeinse consul Servilius Caepio een opstand van de gealliëerde Volca Tectosagen met geweld beteugelt en zich hun schat van Tolosa toeëigent. En dat is een tweede heiligschennis, opnieuw een tempelontwijding, met dramatische gevolgen. Het zou de Romein inderdaad niet goed bekomen en het goud en zilver, volgens enkele schattingen 70 ton, zou volgens sommige bronnen Rome nooit of slechts gedeeltelijk bereiken.

En zo is het 'Tolozaanse goud' voor altijd opgenomen in een uitdrukking, eerst in het Latijn (habere aurum tolosanum) en daarna in het Frans. De zegswijze geeft aan dat een onrechtmatige verwerver van rijkdommen geen geluk zal kennen, en dat hij zo zichzelf en zijn familie blootstelt aan goddelijke wraak : avoir l'or de Tolosa. In Toulouse is ook Caepio's naam blijven leven in een Occitaanse uitdrukking: es un Cépiou.

MOGELIJKE VERKLARINGEN

Geschiedenis dan. De Romein Caepio behoorde tot de senatoriale partij en had tijdens zijn consulaat politieke maatregelen genomen die ongunstig waren voor het andere kamp van de nieuwe ridderklasse. Tijdens zijn terugkeer vanuit Toulouse werd zijn karavaan beroofd van een gedeelte van de goudschat. Kwatongen beweerden achteraf dat hij die actie zelf had georganiseerd om een gedeelte van de schat te verdonkermanen.

Een jaar later, op 6 oktober, werd zijn leger nabij te Orange (Aurosio) in de pan gehakt door de opstandelingen, geholpen door de Cimbren en de Teutonen. Caepio overleefde maar kreeg nadien een dubbel rechtsgeding aangespannen door zijn politieke tegenstanders in Rome. Het militaire fiasco van Orange was voor de ridders een gedroomde gelegenheid om hun oude vijand in diskrediet te brengen en dat beeld versterkten zij met een zwarte legende. Toch staat vast dat Caepio in de fout ging tijdens die veldslag waar 80.000 Romeinse soldaten naar verluid sneuvelden. Hij weigerde namelijk om militair samen te werken met zijn overste die van lagere komaf was.

Er was echter meer aan de hand. In Rome heerste dan terecht een klimaat van onrust, van angst voor een vernieuwde Gallische dreiging, mede door de druk van de uit het noorden oprukkende Cimbren en Teutonen. Deze Germaanse volkeren hadden rond 120 v.C. Jutland en Sleeswijk-Holstein verlaten en bereikten tien jaar later langs Helvetië het zuidoosten van Gallië, waar ze zich bij de plaatselijke opstand tegen Rome aansloten.

Op dat ogenblik lag Italië open voor hen maar ze trokken naar Spanje waar ze echter in 103 v.C. werden verdreven. Samen met Helvetiërs en Teutonen richtten ze zich terug naar Italië, maar dat waren vijgen na Pasen. De Romeinse veldheer Marius kon ze eerst verdelen en daarna afzonderlijk verslaan. Hij deed dat in 102 nabij Aix-en-Provence (Aquae Sextiae) en daarna in 101 bij Vercelli in de Povlakte. Zo kon de prille romanisering van de Zuid-Franse kustzone doorgaan met onder meer de rivier- en zeehaven nabij het oppidum Naro (Narbonne) als bruggehoofd en vervolgens hoofdstad van de eerste Romeinse kolonie aan deze kant van de Alpen. Vrij snel waren er terug Romeinen in het Gallische Tolosa.

DE ROMEIN POSIDONIUS OP ONDERZOEK

We hebben veel geluk want in de tijd dat de zwarte legende van Caepio furore maakt in het politieke labyrint van Rome, liep daar een ernstige Griekse historicus rond. Posidonius (Poseidonios) is een stoïcijnse wijsgeer en veelzijdige geleerde die na 110 v.C. rondreist in Italië, Noord-Afrika, Spanje en Gallië. Hij is een vriend van Cicero en Pompeius. Zijn eigen geschriften zijn verloren gegaan, maar we weten toch veel van hem en zijn bevindingen door Cicero, Seneca, Plinius en vooral Strabo. Posidonius was een heftig bestrijder van mythes en ging daarvoor doortastend ter plaatse onderzoek doen.

Tien jaar na de Romeinse nederlaag van Orange is hij als veertigjarige in Zuid-Gallië en wil meer weten over het heiligdom van Tolosa en dat vervloekte goud. Zijn informatie stelt hem in staat om de absurditeit aan te tonen van de eerste mythe: het Tolozaanse goud kwam zeker niet uit Delphi. De man pakt het wetenschappelijk aan en zoekt naar oorzakelijke verbanden: natuurlijke zoals het klimaat (!), industriële zoals mijnontginning, maar ook culturele, sociale, religieuze en historische. Hij trekt zelf het terrein op want hij wil niet afhankelijk zijn van de subjectiviteit of het geknoei van anderen. Hij ondervraagt betrouwbare getuigen. Kortom, volgens moderne maatstaven was Posidonius een kritische toponderzoeker die geen schrik had om te reizen, om zijn laarzen te bemodderen en zijn hemdje nat te maken. Uitzonderlijk is dat voor een hellenistische onderzoeker wanneer het niet over de Grieken of Romeinen gaat, maar zoals hier over de 'barbaren'.

De conclusies van Posidonius over de Tolosaten en hun schat zijn ons overgeleverd door een gedetailleerde synthese van Strabo (64 v.C.-19 n.C.), een Griekse geograaf en geschiedschrijver, en eveneens stoïcijn. Zijn beroemde Geographica in 17 boekdelen is bewaard gebleven. Traktaten van dit werk waren tot in de middeleeuwen pedagogisch materiaal in schoolboeken.

Volgens Posidonius kon het goud en zilver in het heiligdom van Tolosa en in de vele aan goden gewijde vijvers van de omgeving zeker niet vanuit Delphi komen, en wel om volgende vier redenen:

  • De schat van Tolosa bestond uit goud en zilver in bare onbewerkte staat terwijl die van Delphi aan het orakel geofferde bewerkte objecten waren.
  • Tijdens de Gallische invasie van 279 v.C. was er niet veel buit meer te vinden in Delphi, want de plaats was reeds voordien grondig geplunderd, namelijk in 356 v.C.
  • De Tectosagen vormden slechts een kleine fractie van het leger van Brennos en hadden bijgevolg de eventuele buit met vele anderen moeten delen.
  • Na de aanval op Delphi werden de Galliërs overwonnen en hun leger verspreid, waardoor tal van krijgers niet konden terugkeren naar hun thuisland.

En dan voeg ik er nog eentje bij : de Romeinse cité van Tolosa, ongeveer 90 ha groot, werd pas ingericht met straten, muren, torens, poorten en een brug-aquaduct met watertoren tussen 10 v.C. en 14 n.C. en met succes bevolkt. Dat bewijst het amfitheater op de andere oever waar plaats was voor 12 à 14.000 toeschouwers en waarvan de indrukwekkende resten nog steeds bestaan. Werkelijk de moeite om te gaan bekijken. Toulouse als keizerlijke stad bestaat dus 'slechts' 2000 jaar.

In de tijd van Caepio en Posidonius was er alleen de Gallische agglomeratie van ongeveer 70 ha groot in het kwartier van Saint-Roch, twee kilometer meer stroomopwaarts, en nog een andere in Vieille-Toulouse op een heuvel. Pas in 2009 tijdens de afbraak van de kazerne Niel konden de archeologen eindelijk in Saint-Roch werken met onverwacht gunstige resultaten. Deze zone extra muros van de nieuwe Romeinse cité werd in 14 n.C. verlaten en bleef tot 1960 akkerland.

De vier argumenten van Posidionius zijn van beton om de mythe van Delphi naar de historische rommelkamer te verwijzen. Maar zoals dat een goede historicus betaamt, moet hij dan een alternatieve verklaring aanbrengen voor het bestaan van de schat. En dat doet de hellenistische geleerde voortreffelijk.

  • De streek van Tolosa was volgens hem rijk aan goud(ertsen). Dat klopt want bijvoorbeeld de goudmijn van Salsigne nabij Lastours was tot voor kort de laatste in ontginning van Europa. Er waren tal van zilvermijnen in de Corbières, de Pyreneeën (Ariège), en het buurgebied van de Rutenen (Centraal Massief).
  • De Gallische streekbewoners leefden zonder luxe. Zij zochten dus geen edele metalen voor zichzelf.
  • Zij vreesden de goden, en talrijk waren zij die offerandes brachten zonder dat iemand die durfde aan te raken. Deze 'heidense' vroomheid en de zekerheid dat het depot intact bleef, zorgden voor een onophoudelijke accumulatie van goud en zilver.

Voor een hellenist is dergelijke ontwikkeling over de barbaarse Tectosagen zoals gezegd verbazingwekkend. Maar Posidonius was zelf geen Romein. Hij was afkomstig van de hellenistische stad Apamea in Syrië en kreeg zijn onderwijs in het door Rome bezette en gedegradeerde Athene.

Goud heeft de merkwaardige eigenschap om als dode materie de menselijke geest koortsig te maken. Generaties van goudzoekers hebben gedroomd van de schat van Tolosa, generaties van onderzoekers hebben allerlei stellingen geopperd. Ook de moderne mythe van het vervloekte goud van Bérenger Saunière van Rennes le Château steunt op de oudere van Tolosa ! Dat antieke goud was echter niet allemaal op één plaats verzameld. Posidionius meldt dat er met publieke vergunningen werd gewerkt, met aankopers en werken om de vijvers met gouddepot te draineren en droog te leggen. Er is natuurlijk de brutale roof van Caepio in 106 tijdens diens korte bezetting, maar die had slechts een gedeelte van het goud mee vanuit het heiligdom, wellicht gelegen op de heuvel van Vieille-Toulouse. Vervolgens was Tolosa enkele jaren vrij tot na de overwinningen van Marius. Pas dan gaat de bezetter een en ander organiseren. Die feiten zijn recent wanneer Posidonius in situ aan zijn onderzoek begint.

De verdeling van vijvers of moerassen in loten en hun toekenning aan een aantal kopers doet denken aan een vrij grote oppervlakte, wellicht verspreid en niet rond één heiligdom. De vraag is nu waar die zich allemaal bevonden. Dit is een gedeelte van het rapport van Posidonius zoals overgeleverd in de boeken van Strabo:

Hij zegt dat de rijkdommen gevonden te Tolosa [door Caepio] ongeveer 15 000 talenten waarde hadden. Sommige waren neergelegd in omheinde ruimten en andere in heilige vijvers. Ze bestonden niet uit bewerkte objecten maar uit ruwe van goud en zilver. [...] De streek herbergde schatten op talrijke plaatsen omdat ze rijk was aan goud en bevolkt door mensen die de goden vreesden en zonder luxe leefden. Vooral de vijvers garandeerden de onschendbaarheid van de schatten, ook plaatsten zij er zware gewichten van zilver of zelfs goud. De Romeinen, meester geworden van de plaatsen, verkochten de vijvers ten bate van de Staat en vele kopers vonden er grote blokken van gehamerd zilver. Te Tolosa was het heiligdom eveneens gewijd en in grote verering gehouden door de bewoners van de omgeving. De rijkdommen namen voortdurend toe want talrijk waren degenen die er brachten ter offerande zonder dat iemand er durfde aan te komen.

Misschien vraagt u zich af hoe het proces in Rome voor Caepio afliep. Niet goed: eerst werd hij uit de Senaat verstoten en daarna ontdaan van zijn burgerstatuut. Hij werd veroordeeld tot het betalen van 15.000 talenten en kreeg de zwaarste straf. Hij koos voor een levenslange verbanning naar Smyrna in Klein-Azië. Zijn familie was geruïneerd en zijn vrouw en dochters moesten zich naar verluid overleveren aan prostitutie.

Beknopte bibliografie

P. DE GORSSE, Les grandes heures de Toulouse, Perrin, 1978, p. 13-31
M. LABROUSSE, Toulouse antique, des origines à l'établissement des Wisigoths, Parijs, 1968, p. 129-136
P. MORET, L'Histoire de deux défaites, Tolosa et Caepio, in: Vae Victis : Perdedores en mundo antiquo, Barcelona, 2012, p. 141-153
― Légende ou histoire : enquête sur l'or de Toulouse, in : Midi-Pyrénées Patrimoine nr. 40, Toulouse, 2014, p. 66-67
M. SEGRE, Il sacco di Delfi e la leggende dell' Aurum Tolosanum, in : Histora nr.3, 1929, p. 592-648
W.VANDERZEYPEN, Narbonne tijdens de kathaarse periode en de kruistochten, in : Kathaarse Kroniek nr. 17, SAC, Brussel, 2009, p.46-48
G. VERRIER, Saint-Roch, une agglomération gauloise sous un quartier de Toulouse, in : Midi-Pyrénées Patrimoine nr. 40, Toulouse, 2014, p. 62-65

[Terug omhoog]

De pastelindustrie in de Lauragais

Toeristen verbazen zich vaak over de talrijke privé-paleizen in Toulouse en Albi. Men bewondert de bakstenen gevels en torentjes uit de Renaissancetijd, maar de reden achter deze welvaart blijft meestal een mysterie. Daarom wil ik in dit artikel een tipje van de sluier oplichten.

In de tweede helft van de 15e eeuw ontstond in het gebied tussen Albi, Carcassonne en Toulouse een bijzondere economische activiteit. Kooplieden uit binnen- en buitenland, inzamelaars, wegers, ververs, inpakkers, transporteurs en boeren: de hele dichtbevolkte Occitaanse regio raakte erbij betrokken. Zwaar beladen houten karren verdrongen zich vanuit de Lauragais voor de poorten van Toulouse en de Garonne lag vol boten, die tussen Toulouse en Bordeaux heen en weer zeilden. Heel Europa is geïnteresseerd. De reden voor deze nieuwe rijkdom is de teelt en handel in pastel (in het Nederlands wede genaamd), één van de zeldzame natuurlijke grondstoffen voor de kleur blauw.

torenSinds mensenheugenis was al bekend dat uit pastel een rijke en watervaste kleur blauw kon worden gewonnen. Ook in andere landen in Europa werd pastel geteeld (waaronder Duitsland, Italië, Engeland en Spanje), maar de zachte winters, de lenteregens en de hete zomers van de Lauragais verzekerden een uitbundige groei en werd daardoor al snel het uitverkoren land van deze teelt, die daardoor een uitzonderlijk groei doormaakte. Dat gold ook voor Toulouse, dat door zijn positie langs de Garonne uitgroeide tot de doorvoerplaats naar Bordeaux, waar vandaan de pastel over zee naar het buitenland vertrok.

De blauwe kleurstof werd gewonnen uit de bladeren van de Isatis Tinctoria, een plant die enigszins lijkt op koolzaad. De akkers in de heuvelachtige Lauragais stonden er vol mee en hele volksstammen waren bezig met het bewerken en onkruidvrij houden van de grond. Het blad werd met de hand geplukt en onder de zware steen van een pastelmolen tot pulp vermalen. Die werd met de hand tot ballen gedraaid, die men een aantal weken liet drogen. Deze ballen werd 'coques' of 'cocagnes' genoemd. Om de blauwe kleurstof te krijgen was echter nog een tweede bewerking nodig: de gedroogde coques werden opnieuw fijngemalen en natgemaakt. Deze brei liet men een aantal maanden gisten (rotten!) totdat men na een lang proces van drogen en zeven een handvol zuivere blauwe kleurstof overhield, die via Toulouse en Bordeaux zijn weg vond naar de ververijen van de koninklijke hoven en de grote steden van die tijd: Londen en Antwerpen. Door de beperkte transport- en betalingsmogelijkheden duurde het vaak meer dan drie jaar voordat een handelaar de opbrengst van een verkochte partij pastel daadwerkelijk in handen kreeg.

rempartsDit alles zorgde voor een snelle evolutie in handelstechnieken en uitbreiding van het juridische en financiële systeem. Door de pastelhandel ontstond in betrekkelijk korte tijd een aanzienlijke groep welgestelde burgers met in de hoofdrol een klein aantal zeer gefortuneerde families, die meestal ook in het stadsbestuur terechtkwamen. De handel in pastel was zeer lucratief en de enorme winsten werden gespendeerd aan het verfraaien van de stadspaleizen, het bouwen van pronktorens en mooie buitenhuizen. Niet voor niets staat het Nederlandse begrip 'land van Kokanje' (afgeleid van cocagne) synoniem voor 'luilekkerland'. Maar de pastelhandel was tegelijkertijd ook zeer risicovol

Het was immers een landbouwproduct, waarvan de kwaliteit vooral werd bepaald door het weer in de maanden april/mei in de omgeving van Caraman. Twee verregende lentes in 1559 en 1560 en de bijbehorende waardeloze oogsten zorgden in 1561 voor een ware handelscrisis. De export stokte doordat in het buitenland grote twijfels rezen over de kwaliteit van de aangeboden pastel en toen in Toulouse in dat jaar ook nog eens ernstige godsdienstrellen uitbraken tussen katholieken en protestanten, betekende dat het einde van deze bijzondere bloeiperiode. Wat overbleef is een stad met een buitengewone grandeur en vele tientallen luxueuze stadspaleizen: een spectaculaire herinnering aan deze bijzondere periode in de geschiedenis van Toulouse en de Lauragais.

Jeanine Zwalve

Meer weten over de pastel?

Jeanine Zwalve heeft in 2012 een boek uitgegeven. In 2008 hebben wij haar bij Neerlandia leren kennen, waar ze een paar maanden verbleef om haar verhaal verder te documenteren. In deze roman vertelt zij hoe enkele machtige families de lucratieve blauwververij in handen hebben. Achter de zoete pasteltinten gaan Dallas-achtige intriges schuil, terwijl godsdienstoorlogen het leven en het zaken doen bemoeilijken. Een jonge vrouw ontdekt dat haar weinig liefdevolle vader er oneerzame praktijken op na houdt.

Deze kloeke roman leest als een trein. Erades investeerde bovendien veel tijd in een studie naar de stad en de pastel en dat lees je terug. Het meeslepend opgeschreven verhaal is natuurlijk verzonnen, maar het had zo gebeurd kunnen zijn. Loop nu nog eens door die oude stad met zijn mooie herenhuizen (overgenomen van www.hurktoilet.nl)

Jeanine Erades: Duivelsblauw, 502 pagina's, 19,99 euro.

Ook leverbaar als e-book: 9,99 euro.

www.duivelsblauw.nl/roman

Kijk ook op: www.bleu-de-lectoure.com

Bent u nieuwsgierig geworden, dan kunt u naar Lectoure of de winkel in Toulouse bezoeken. Deze winkel is gevestigd in één van die hôtels die gebouwd is in de bloeitijd van de pastel: l'hôtel Delfau (1495).

La Fleurée de Pastel, 20 rue de la Bourse, 31000 TOULOUSE, Tél. / Fax : 05 61 12 05 94

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Horaires : 10h30 à 13h - 14h30 à 19h

[Terug omhoog]

Een lesje Occitaans

Tuurlijk iedereen spreekt Frans hier in Toulouse, maar om je ècht te integreren en omdat het gewoon leuk is, geef ik hier een lijstje met woorden, die geboren en getogen Toulousains gebruiken. Af en toe overigens zonder te weten, dat dit lokaal woordgebruik is en dat ze een dergelijk woord niet "dans le Nord" gebruiken (het noorden van Frankrijk: daar, waar het vrijwel onbekend, koud en nooit zo goed is als hier in Toulouse). Wil je, je echt verdiepen en 661 pagina's doorwerken, dan raad ik het volgende boekwerk aan:

Les mots de Toulouse: lexique du français toulousain, geschreven door Bernard Moreux en Robert Razou, uitgegeven door Presses Universitaires du Mirail, ISBN : 2-85816-510-6 (ongeveer 30 euro). Ik heb veel aan dit naslagwerk gehad, om dit stukje te kunnen schrijven.

Wie het wat rustiger an wil doen, surft naar occitanet.free.fr/tolosan/lexique.htm

Toen ik in Groningen woonde, ben ik nooit verder gekomen dan "dakhoas" (dakhaas, oftewel kat) en "nait soez'n" (niet zeuren), maar net als in Groningen, hebben de mensen hier, behalve aparte woorden, ook een lokaal accent.

Om het maar even simpel te zeggen, zult u al gauw horen dat hun uitspraak hier ongeveer overeenkomt met "du ving, du paing et du boursing". In sommige delen van de Langue d'Oc, komt daar dan nog een rollende "r" bij, bij voorbeeld in de Ariège. Verder wordt de "e" te pas en door sommigen te onpas uitgesproken. Waar Parijzenaars "petit' byciclet'" met een puntig T'tje aan het eind zeggen, hoor je hier: "petitu bicyclettu", soms zelfs achter woorden die er geen nodig hebben, zoals oui-u (dit komt overigens ook wel in andere regio's van Frankrijk voor).

De Fransen van elders moeten gniffelen, want zij denken dat alle geboren en getogen Toulousains hun taal larderen met "con". In de rest van Frankrijk is "con" het equivalent van ons woord "kut" of "klootzak", maar deze platte connotatie heeft het woord hier niet altijd. De meeste Toulousains vinden dit woord echter toch heel grof en zullen het daarom niet gebruiken. Maar anderen schamen zich niet:

Mannen, die elkaar goed kennen, kunnen elkaar begroeten met "eh con!". Anderen larderen hun praatjes met "con" op allerlei moment, zoals wij misschien het woordje "uh" of "hè" of "nou" zouden kunnen gebruiken. "Eh bé (Eh bien), ma mère con, elle voulait m'acheter des chaussures con, mais con, elles étaient trop chères con!"

"Putain con !" of "Boudu con! " en in meerdere mate "boudu!" of "boudiou!" (bon Dieu) worden gebruikt als uitroep van verbazing of medeleven, zoiets als "Jeetje" in het Nederlands.

Soms worden er verkleiningen gebruikt, die op -ou of -oune eindigen, waar wij -je of -tje gebruiken. Bij voorbeeld: Ninou (nin=kind, denk aan nain in het frans en nino in het spaans)

Pitchou of petitou (kleintje), Pierroun (Pietje).

Tè: betekent zoiets als " hee" in het Nederlands. Tè, viens avec moi! (Hee, ga mee met mij). Maar dikwijls is het ook een uitdrukking van verbazing.

In de winkel

"Voulez-vous une poche, Madame ? " Waar je op school hebt geleerd dat een tasje sac heet en je in het noorden van Frankrijk met sac of sachet vooruit kan, moet je hier voor plastic tasjes het woord poche gebruiken.

Eten

Hoewel het in de praktijk meestal geen problemen oplevert, is hier een wat ander woordgebruik voor de maaltijden, dan in het " officiele " Frans.

Ontbijt: déjeuner tegenover petit-déjeuner

Lunch : dîner tegenover déjeuner

Avondeten: souper tegenover dîner

Chocolatine: heet in Parijs" pain au chocolat". Het is een rechthoekig sausijzenbroodje met een chocoladeworst erin.

Croustade: is een soort appelvlaai van bladerdeeg, bedekt door een bladerdeeg "deksel"

Fougasse (of fouasse): een artistiek gevormd brood, soms gevuld met spekjes of olijven.

Oreillettes: gefrituurde, dunne repen deeg met poedersuiker bestrooid. Ze worden door sommige oudere mensen pescajous (etym. Pascas: Pasen) of pets de nonnes genoemd. (oliebollen heten ook pets de nonnes).

Ze worden het hele jaar klaargemaakt, maar er is een feest waar ze met name gegeten worden, evenals pannenkoeken, namelijk begin februari met Chandeleur (Maria-lichtmis).

Millas: een soort polenta. Het wordt gebakken en gegeten met suiker. Je kunt het bij sommige slagers verkrijgen, die het met varkensvet klaarmaken. Vroeger werd dit op straat verkocht door millasverkoopsters. Na de oorlog is dat verdwenen.

Fritons: bij de bereiding van een salé (confit de canard, confit d'oie), worden er stukjes eend of gans gesmolten om het vet voor de salé te verkrijgen. Wat overblijft zijn de fritons. Ze worden koud als voorgerecht gegeten of er wordt een paté van gemaakt. Verkrijgbaar bij de betere slager.

Castagne: ja, inderdaad dit betekent dus gewoon (tamme) kastanje, terwijl elders chataigne wordt gebruikt voor tamme kastanje. Maar castagne betekent overal in Frankrijk ook een klap of vuistslag.

Escagarol: "escargot" oftewel slak. Eet smakelijk.

Rousillous : voor de paddestoelenzoekers onder ons : lactaire délicieux (lactarius deliciosus) : groeit in dennebossen en is eetbaar.

Chabrot/chabrol: als je soep (bouillon) in je bord bijna op is, gooi je er een scheutje wijn bij. Mmm

Tchuquer : zuipen of zuigen. Le bébé tchuque betekent de baby zuigt, maar het kan ook betekenen dat iemand teveel alcohol drinkt: Il tchuque beaucoup trop.

Gnaquer : bijten, een hond kan je bijten, maar je kan ook gnaquer une pomme ou une poire.

Kinderen : Les pitchous et les pitchounettes, petitou et petitotte, ninot, ninou

Risou : lachje

Poutou : zoentje

Menottes: mains

Ratoun : melktandje (muizentandje), maar ratou (voor jongens, kinderen) of ratounette (voor meisje), allemaal kleine ratjes.

Ventrou: buikje

Pissou: " faire le pissou" is een plasje doen (wordt gebruikt voor kinderen)

Enkele werkwoorden :

Escagasser :kapotmaken of irriteren : "tu m'escagasses" (tu m'énerves/ tu m'emmerdes)

Mascagner : kapot maken, abîmer of bousiller Ces casseroles sont toutes mascagnées, elles valent plus rien.

Tchaoupiner : friemelen, betasten, bij voorbeeld op markt: "tchaoupiner les fruits"

Trifougner : snuffelen, door elkaar halen : Arrête de trifougner dans mon sac !

Peguer : plakken (la neige pègue sur les chaussures)

Tarabuster lastig vallen

Pet : (de "t" wordt uitgesproken) vergelijkbaar met "coup", een slag of steek

J'ai attrapé un pet sur ma voiture. Ik heb een deuk in mijn auto. Als je de "t" van pet niet uitspreekt, betekent het woord "scheet".

Cluques : bril

Mountagnol : montagnard, berbeklimmer

lou capèl, capelou : hoed hoedje

oustal, oustalet, oustalou : huis, huisje (denk aan hostal in het Spaans)

adiou : adieu, "dag!" als je komt of als je weggaat.

Pays Bas : kan hier betekenen, niet Nederland, maar de vlakte in vergelijking tot de heuvels of de bergen

Tranquillot : rustig (i.p.v. tranquille)

Palombe : een soort duif: ringduif (pigeon ramier). La chasse à la palombe vindt plaats in baskenland.

Tot slot een leuke Toulousaanse uitdrukking: Maigre comme une bicyclette!

[Terug omhoog]

Een blindengeleidehond adopteren in Toulouse

artikel mei 2010

Bij een vroegere voorzitster van de vereniging Neerlandia werd in mei 2010 besloten een blindengeleidehond te adopteren. Wat de gevolgen zijn voor gezin en hond zijn, kunt u lezen in 2 door Mariette Sobels geschreven ' ervarings' documenten. De Facebookpagina van de chiens guides Grand Sud vindt u hier.

Deel 1: Een blindengeleidehond adopteren in Toulouse

Deel 2: Vervolg: een blindengeleidehond adopteren

[Terug omhoog]

MS (2019)